De combinatie van een aanhoudend verstoord eetgedrag en lichaamsbeeld met psychosociale en lichamelijke problemen kan wijzen op een eetstoornis.
Ik heb hard gevochten om te zijn waar ik nu ben.
Eetstoornissen ontstaan vaak tijdens de adolescentie of jongvolwassenheid en komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Voor vrouwen ligt het geschatte gemiddelde op 8%, voor mannen op 2%. Zowat 8% van de Vlaamse studenten maakt melding van eetstoornissen. Daarbij komen anorexia nervosa, boulimia nervosa en de eetbuistoornis het vaakst voor. Een eetstoornis staat zelden op zichzelf. Meestal wachten studenten te lang om professionele hulp te zoeken, of ze zoeken al helemaal geen hulp.
Een eetstoornis is een hardnekkige psychische aandoening met diverse onderliggende oorzaken. Meestal gaat het om een samenloop van culturele, sociale, psychologische en biologische factoren.
Eetstoornissen ontstaan vaak tijdens of vlak na de adolescentie als een reactie op de vele veranderingen in deze levensfase die als stresserend worden ervaren. Maar ook de overgang naar het hoger onderwijs is een gevoelige periode voor het ontstaan ervan.
Mensen met eetstoornissen hebben vaak een negatief zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen. Ze zijn bang om afgewezen te worden en vertonen een neiging tot perfectionisme. Controle over het eetgedrag en gewicht wordt dan een manier om controle over het leven te bewaren.
Bij eetstoornissen staan verstoord eetgedrag en gewichtsproblemen centraal. Eetstoornissen kunnen verschillende vormen aannemen. De drie meest voorkomende vormen zijn:
Heel vaak evolueert een persoon met eetstoornis in de loop van de tijd van het ene naar een ander type eetstoornis.
Een eetstoornis ontwikkelt zich geleidelijk. Naast eet- en gewichtsproblemen heeft ze vaak ook ernstige lichamelijke, psychische en sociale gevolgen. Door een fixatie op het lichaamsgewicht en een verkeerde lichaamsperceptie ziet iemand met een eetstoornis zichzelf zwaarder dan echt het geval is.
Een eetstoornis staat meestal niet op zichzelf. Zo gaat ze bij studenten vaak gepaard met angst- en stemmingsstoornissen of zelfverwondend gedrag.
Angst maar ook schaamte voor het gedrag zorgen ervoor dat heel wat jongeren hun eetstoornis geheimhouden. Bij anorexia omdat ze zelf het probleem ontkennen, bij boulimie omdat ze zich ervoor schamen. Met verhullende kledij proberen ze hun gewichtsprobleem te verbergen. Door zich sociaal terug te trekken, vergroot het gevoel alleen te staan. Vaak wachten ze (te) lang om hulp te vragen.
Het is belangrijk om signalen van eetstoornissen en gewichtsproblemen zo vroeg mogelijk te herkennen. Ze situeren zich op verschillende vlakken:
Ervaar je aanhoudende eet- en gewichtsproblemen? Probeer dan de stap te zetten naar gesprek. Het lucht op en helpt je de dingen op een rijtje te zetten.
Praat met iemand bij wie je je goed voelt en die je vertrouwt. Een goede vriend of vriendin, je ouders, zus of broer bijvoorbeeld.
Vind je het moeilijk om iemand uit je naaste omgeving aan te spreken, praat er dan over met iemand die vertrouwd is met vergelijkbare ervaringen. Dat kan een huisarts zijn of iemand van de studentenvoorziening van je hogeschool of universiteit.
Wil je liever anoniem je verhaal kwijt? Dan kun je terecht bij Awel (102 of awel.be) of Tele-Onthaal (106 oftele-onthaal.be). Heb je vragen over zelfdoding? Bel dan naar de Zelfmoordlijn (1813 of zelfmoord1813.be). Je kunt ook met hen chatten.
Ik was sterk genoeg om hulp te vragen.
Omdat eetstoornissen zo hardnekkig zijn, is het belangrijk om professionele hulp in te schakelen. Steun van je huisarts, familie en vrienden is essentieel.
Een behandeling verloopt meestal in fasen. Eerst wordt gewerkt aan het herstel van een regelmatig eetpatroon en een gezond lichaamsgewicht. In een latere fase bouw je aan je zelfbeeld en ontwikkel je vaardigheden om anders om te gaan met moeilijkheden of lastige emoties. Daarbij onderzoek je je gedachten over eten, gewicht en lichaamsvormen en worden ze getoetst aan de realiteit. Je werkt ook aan je interpersoonlijke vaardigheden, dat helpt om het sociaal isolement te doorbreken. In sommige gevallen wordt therapie gecombineerd met medicatie. Zo kunnen antidepressiva eetbuien (bij boulimie) helpen tegengaan.
Naast individuele therapie bestaan er ook verschillende vormen van groepstherapie. Onderlinge herkenning en erkenning zijn daarbij een grote meerwaarde. Groepsleden kunnen elkaar onderling steunen en versterken zo het besef er niet alleen voor te staan.
Dr. Laurence Claes is professor (KU Leuven, UAntwerpen) en specialist in onderzoek naar zelfverwondend gedrag, eetstoornissen en persoonlijkheid. Host Carola gaat met haar en met studente Julie in gesprek over gezond eten en eetstoornissen.
Vertoont een vriend(in) afwijkend eetgedrag en maak je je zorgen? Praat er dan over en deel je bezorgdheid. Blijf rolvast. Je bent geen professional en hoeft het probleem niet op te lossen. Probeer begripvol en zonder oordeel te luisteren.
Je bent niet alleen. Maak kennis met inspirerende verhalen van studenten over kwetsbaarheid en twijfel, maar ook over de kracht van verbondenheid.
Bekijk de verhalen