Voorbeelden en aanbevelingen

Gepaste uitdaging voorzien

Een eerste component van een begeleidende lesgeefstijl is het bieden van gepaste uitdaging en hulp aan studenten. Het voorzien van optimale uitdaging voor studenten werkt stimulerend om hun kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen. Van een optimale
uitdaging is sprake wanneer de moeilijkheidsgraad van de inspanning zich net boven de aanwezige capaciteit van de studenten bevindt. Dan is de gevraagde inspanning haalbaar, maar ook niet te gemakkelijk.

Die optimale uitdaging is echter niet voor iedere student hetzelfde. Als lesgever kun je hierop inspelen door te differentiëren. Zo kun je je les opbouwen zodat die het best aansluit bij de meerderheid van de studenten, maar kun je je studenten die graag extra worden uitgedaagd prikkelen door een verwerkingsvraag met een hogere moeilijkheidsgraad te voorzien die studenten thuis kunnen maken. Door nadien een gedetailleerde correctiesleutel te voorzien, kunnen studenten die dit willen zich zelfstandig verder verdiepen.

Hulp op maat bieden

Samenhangend met het voorzien van optimale uitdagingen is het belangrijk studenten hulp op maat te bieden. Dit impliceert vooreerst dat je als lesgever een accurate inschatting kunt maken van de voorkennis en capaciteiten van de studenten. Soms zijn er misverstanden over de voorkennis van studenten en kunnen lesgevers verrast zijn door de hoeveelheid problemen bij het geven van oefeningen. Zo kunnen studenten beweren begrippen te kennen, maar blijkt tijdens de oefening dat ze deze nog niet kunnen toepassen. Via een zelftest kan je als lesgever een beter zicht krijgen op deze kennis. Ook een korte quiz of brainstorm (bv. "Wat komt er in jullie op als ik 'commensale flora' zeg?") kan je hiervoor gebruiken.

Op basis van de ingeschatte voorkennis kan je als lesgever hulp op maat bieden. Dit kan je onder meer doen door vragen te stellen aan studenten en hen uit te nodigen tot interactie, maar ook door extra aandacht te hebben voor verbale en non-verbale signalen van studenten (bv. als studenten je vragend aankijken of er rumoer in het auditorium ontstaat). Zo kan je inschatten of je boodschap bij de studenten overkomt en of je best langer bij een stuk blijft hangen. Naargelang je inschatting kan je bijvoorbeeld het tempo van de les aanpassen of extra informatie ter beschikking stellen zodat studenten zich kunnen voorbereiden of hun verschil in voorkennis zelfstandig kunnen wegwerken.

Geef motiverende feedback

Het bieden van optimale uitdagingen in combinatie met extra hulp gaat ook hand in hand met het geven van feedback, wat zowel plenair als individueel kan. Het geven van feedback, zeker tussentijds, is van cruciaal belang om leerkansen bij studenten te vergroten en zelfinzicht te stimuleren. Wanneer studenten een fout antwoord geven of een oefening verkeerd aanvatten, is de neiging groot om studenten meteen te corrigeren en met negatieve feedback te beginnen. Het is van belang om met positieve feedback te starten, de kans is immers groter dat er met meer aandacht geluisterd wordt naar de werkpunten die de lesgever nadien aanhaalt. Als je werkpunten meegeeft, probeer deze zo specifiek mogelijk mee te delen op een informerende en taakgerichte wijze zonder evaluerend en veroordelend (gericht op de persoon) te zijn.

Zelfinzicht stimuleren

Als lesgever kan je helpen om studenten inzicht te laten verwerven in hun sterktes en werkpunten, wat uiteindelijk tot betere prestaties zal leiden. Tijdens oefeningen of practica kan je aan studenten vragen wat ze goed doen, wat er fout loopt en wat de reden hiervoor is. Het zelfinzicht bij studenten is vaak nog onvolledig of soms fout, maar door er naar te peilen kan je je begeleiding beter afstemmen op jouw studenten. Het kan ook helpen om aan studenten bepaalde instructies (bv. criteria, aandachtspunten) mee te geven om hun eigen vorderingen en prestaties beter te analyseren.

Voor het vak gezondheidseconomie moesten we in de les soms korte oefeningen maken om de meest kosteneffectieve beleidskeuze te selecteren via een aantal evaluatietechnieken in de medische besliskunde. De oefeningen in de les waren meestal snel gemaakt en eenvoudig, maar de cases die de lesgever aanhaalde waren soms heel complex. Op ons leerplatform stonden ook complexere oefeningen met verbetersleutel voor wie hier meer over wou leren. Deze oefeningen kwamen dan niet in de les aan bod en werden ook niet op het examen gevraagd.

Tijdens de les discrete wiskunde schrijft de lesgever een bewijs aan het bord. Op een bepaald moment stopt ze de les en vraagt de studentengroep welke vragen er over dit stuk zijn. Ze merkte immers op dat er rumoer ontstond, studenten haar vragend aankeken en sommigen met hun smartphone aan de slag gingen. De lesgever beslist een pauze in te lassen en haar redenering nog eens op het bord te zetten. Na de pauze bouwt ze samen met de studenten de redenering opnieuw op.

Tijdens de eerste weken van het nieuwe academiejaar merkt de lesgever politicologie vrij grote verschillen tussen de studenten op. Ze besluit enkele basisconcepten kort opnieuw toe te lichten in de les en een bijkomende tekst op het leerplatform te plaatsen die vrij consulteerbaar is. Ze benoemt in de les welke basiskennis noodzakelijk is om het vak te kunnen volgen en nodigt studenten uit om, indien nodig, de tekst te consulteren thuis en bij bijkomende vragen haar tijdens de pauze of via mail te contacteren. Daarnaast voorziet ze extra literatuur op het leerplatform voor de studenten die iets meer verdieping willen. Doorheen de lessen zelf probeert de lesgever ook na te gaan of studenten de basisconcepten mee hebben door regelmatig vragen te stellen. Wanneer studenten niet helemaal correct antwoorden, probeert ze positieve aspecten van het antwoord in de verf te zetten en laat ze andere studenten verder aanvullen door extra vragen te stellen.