Onder meer door het inbouwen van een spelelement voorzie je als lesgever de nodige afwisseling voor studenten. Door het gebruik van verschillende werkvormen (bv. zelfstandig werk, groepswerk, lesgeven, spelelement, flipping the classroom, demonstratie, filmmateriaal,...), maar ook door het voorzien van inhoudelijke afwisseling (bv. een theoretisch model, een toepassing, voorbeelden en casussen,...) zijn studenten meer betrokken in de les. Deze afwisseling zorgt ervoor dat de aandacht van studenten minder snel afneemt en dat studenten ook meer opsteken van de les. Kleine ingrepen kunnen al voldoende zijn om studenten op sleeptouw te nemen: een grappige cartoon tussen de slides, een uitdagende vraag stellen, ...
Een belangrijke component van een afstemmende lesgeefstijl omvat het duiden van de meerwaarde van een bepaalde opdracht of inspanning. Dit is niet onbelangrijk, want lesgevers moeten ook regels en afspraken voor hun vak invoeren en ze moeten soms oninteressante stukken studiemateriaal bespreken, waartoe de studenten zich niet spontaan aangetrokken voelen. Het is dan belangrijk dat deze regels en het oninteressante studiemateriaal goed gemotiveerd worden, onder meer door een zinvolle, realistische en concrete uitleg te geven waarom de afspraak wordt geïntroduceerd of waarom de leerstof toch de aandacht van de studenten verdient. Het geven van dergelijke redenen zorgt ervoor dat de persoonlijke meerwaarde voor de studenten duidelijk wordt.
Omgekeerd kun je ook studenten uitnodigen om mee na te denken over de praktische relevantie van de leerstof, door hen bijvoorbeeld de vraag te stellen: 'Stel je voor, je bent afgestudeerd en werkt als handelsingenieur in een bedrijf naar keuze. Hoe zou het model dat we net gezien hebben van pas kunnen komen in dat bedrijf? Hoe zou je dit model toepassen?'
Samenhangend met voorgaande aanbevelingen is het belangrijk dat de leerstof levendig gebracht wordt. Dit kan onder meer door met praktijkvoorbeelden te werken, casussen aan te brengen, een demonstratie te geven of in te spelen op de leefwereld van de studenten zelf. Door vanuit een probleemsituatie te vertrekken wordt bovendien duidelijk hoe de leerstof een antwoord kan vormen op herkenbare problemen. De leerstof kan ook authentiek gemaakt worden door eens een expert of gastspreker uit te nodigen.
Door je les of practicum af te stemmen op de interesses van jouw studenten, kun je de intrinsieke motivatie van de studenten aanspreken en zo hun nieuwsgierigheid voor de leerstof ontlokken. Je kan je les op een enthousiaste, krachtige manier starten door bijvoorbeeld een teaser te gebruiken. Ook doorheen de les kan je spelelementen trachten te verwerken zoals een korte quiz, een anekdote of een kruiswoordraadsel met enkele centrale theoretische concepten voor de studenten. Dergelijke spelelementen aanbrengen kan zinvol zijn om de lessfeer te optimaliseren, om eventuele voorkennis te activeren, maar ook om de aandacht te trekken en vast te houden. Net zoals wijzelf, raken ook studenten soms afgeleid. Door een verrassend element wordt hun aandacht terug bij de les getrokken, wat een hernieuwde kans biedt om zich verder te focussen op de lesinhoud.
Het inzetten van competitie en uitdaging kan eveneens een element zijn dat de motivatie van studenten doet toenemen, maar enige voorzichtigheid is geboden. Zo kunnen sommige studenten competitie eerder als beoordelend gaan zien, waardoor het verliezen van de competitie als een faalervaring wordt ervaren. Door via de competitie in te zetten op succeservaringen worden studenten echter bevestigd in wat ze onder de knie hebben en eventuele werkpunten worden dan eerder als uitdaging gezien.
Belangrijk is ook dat de spelvormen ingebed zijn in de leerdoelen voor jouw vak (= constructive alignment), waardoor een student zowel plezier beleeft tijdens de les, maar zich tegelijk ook de leerstof voldoende eigen maakt. Digitale tools zoals 'Kahoot' en 'Socrative' bieden bovendien de nodige ondersteuning om dergelijke spelelementen te implementeren, maar zijn zeker niet noodzakelijk. Ook door middel van kaartjes of handopsteking kan een spelvorm (bv. stellingen, open vragen) worden geïmplementeerd in een les.
Lesgevers die afstemmend zijn, gebruiken meer uitnodigende in plaats van dwingende taal. Men hanteert bijvoorbeeld meer woorden als ‘kunnen’, ‘proberen’, 'uitnodigen' en ‘voorstellen’ in plaats van ‘moeten’, ‘verwachten’ of ‘verplichten’. Hoewel dat verschil in taalgebruik misschien subtiel of zelfs banaal klinkt, blijkt dit toch een belangrijke impact te hebben. Ook bij moeilijkere gesprekken is het goed om dwingende taal te vermijden. Door bijvoorbeeld ik-boodschappen te gebruiken, kun je als lesgever een grens aangeven zonder dat studenten het gevoel hebben veroordeeld te worden of/en opstandig worden.
Probeer als lesgever open te staan voor signalen van irritatie bij studenten door een nieuwsgierige houding aan te nemen. Afstemmende lesgevers zijn bijvoorbeeld benieuwd naar de redenen waarom studenten zich storend gedragen, niet in orde zijn met gevraagde voorbereidingen of de les te laat binnen komen. Geroezemoes tijdens de les kan ontstaan wanneer studenten niet kunnen volgen of wanneer een opgelegde deadline overlapt met andere opdrachten in het semester. Door studenten de ruimte te geven om deze emoties te ventileren, voelen ze zich gehoord en begrepen. Het perspectief van studenten bevragen, kan ook leerrijk zijn voor de lesgever. Het laat toe om, waar mogelijk, de les aan te passen (bv. tempo van de les verlagen of verhogen, herhalen van een moeilijker onderdeel, de relevantie en doelstellingen van een bepaalde opdracht opnieuw toelichten, ...).
In de lessen sociaal recht start ik altijd met de lesdoelen van de dag mee te geven en maak ik duidelijk waarom het bijwonen van de les zinvol is. Lessen recht worden vaak gedacht nogal saai te zijn, maar ik probeer in mijn PowerPoint zoveel mogelijk te verwijzen naar actualiteit, bv. stakingen bij de NMBS of discriminatie op de arbeidsmarkt, ... Ik merk dat die zaken de studenten altijd kunnen interesseren. Waar mogelijk probeer ik ook mijn doceermomenten af te wisselen met korte discussiemomenten, bijvoorbeeld over de voor- en nadelen van bepaalde CAOs. Ik probeer studenten op hun gemak te stellen door zelf een toegankelijke indruk te geven. Ik loop bijvoorbeeld rond in het auditorium tijdens de discussiemomenten wat nadien de drempel verlaagt om antwoorden in groep te delen.
Wat de studenten ook leuk vonden: Ik toonde hen een filmpje waarin men bloed aan het prikken is, maar waarin heel wat fouten voorkwamen die studenten ook vaak maken. De opdracht: zoek de fout!
In het vak "Structuur & conflict" moeten we een gefundeerd oordeel kunnen vormen over de actuele politieke ontwikkelingen in het Globale Zuiden. Ook al hebben we leesgroepen voor dit vak, toch wil de lesgever in hoorcolleges graag onze mening horen over de actualiteit en politiek. De lesgever dwingt ons echter nooit om aan het woord te komen. Hij benadrukt dat binnen dit vakdomein er vaak geen juiste of foute antwoorden zijn en dat werkt heel uitnodigend. Hij staat dan heel enthousiast voor de groep en stelt zijn vraag "Hedendaagse vormen van kolonisering... Waar denken jullie aan? Probeer maar iets, ik vul dan zelf wel aan.
In het schakelprogramma voor sociaal werk moeten studenten in het vak statistiek II met het programma R leren werken. Voor de meeste studenten is het al een uitdaging om kennis op te doen over relevante methoden en technieken voor data-analyse, laat staan om de kennis toe te passen op echte data. In onze werkcolleges geven we studenten oefeningen in de pc-klas en dit onderdeel staat in onze faculteit gekend als "een harde noot om te kraken". Studenten zitten dan ook vaak te zwoegen en te zuchten achter hun computer. Ik probeer hen dan te motiveren door te erkennen dat de oefeningen vaak moeilijk overkomen in het begin. Samen met hen zoek ik dan naar wat zij nodig hebben om deze oefening tot een goed einde te brengen (meer tijd, meer stapsgewijze uitleg...). Eens studenten op weg geholpen zijn, gaat het vaak beter.
You are not alone. Get inspired by other students' stories about vulnerability and doubt. But above all about the power of connectedness.
Go to the stories